SDK API REST JSON XML

Koppeling van systemen met API’s, SDK’s en andere afkortingen

Moderne systemen, ook op het gebied van beveiliging, werken zelden volledig stand-alone. Vaak moet er gekoppeld of samengewerkt worden met andere systemen. Een toegangscontrolesysteem kan bijvoorbeeld de gebruikers importeren uit een HR-systeem. En aanbieders van Mobile Access platformen bieden mogelijkheden om zelf apps te kunnen bouwen met virtuele toegangspassen. In gesprekken met leveranciers en installateurs komen daarbij vaak dezelfde termen op tafel: SDK, API, REST, JSON, XML, etc. Typisch vakjargon dat soms verwarring veroorzaakt. We proberen daarom een aantal veelgebruikte begrippen te verduidelijken…

Wat zijn API’s en SDK’s?

Het verschil tussen een API (Application Programming Interface) en een SDK (Software Development Kit) is fundamenteel in de manier waarop ze worden gebruikt in softwareontwikkeling:

API (Application Programming Interface):

Een API is een set van definities en protocollen voor het bouwen en integreren van applicatiesoftware. Het stelt verschillende softwaretoepassingen in staat om met elkaar te communiceren zonder dat ze de details van elkaars code hoeven te kennen.

API’s worden gebruikt om toegang te krijgen tot de functionaliteit van een andere applicatie of service. Bijvoorbeeld, een web-API kan worden gebruikt om gegevens van een server op te halen, of een API van een besturingssysteem kan worden gebruikt om toegang te krijgen tot hardwarefuncties van een apparaat.

Een sociale media platform kan bijvoorbeeld een API bieden waarmee ontwikkelaars hun eigen apps kunnen bouwen die integreren met het platform, zoals het ophalen van recente posts of het plaatsen van nieuwe berichten.

SDK (Software Development Kit):

Een SDK is een verzameling van softwaretools, bibliotheken, documentatie, codevoorbeelden, processen en/of gidsen die ontwikkelaars gebruiken om applicaties op een specifiek platform te bouwen en te ontwikkelen.

SDK’s bevatten vaak API’s, maar bieden een breder scala aan hulpmiddelen voor de ontwikkeling van software. Ze zijn bedoeld om alles te bieden wat een ontwikkelaar nodig heeft om een bepaald type software of softwarecomponent te bouwen.

Een mobiel ontwikkelingsplatform kan bijvoorbeeld een SDK bieden die ontwikkelaars gebruiken om apps voor dat platform te bouwen. Deze SDK kan API’s, codebibliotheken, ontwikkeltools, emulators voor het testen van apps, en documentatie bevatten.

Belangrijkste Verschillen:

Een SDK is uitgebreider en bevat een set van tools en componenten voor ontwikkeling, inclusief een of meer API’s. Een API is een specifieke interface waarmee softwarecomponenten met elkaar kunnen communiceren.

API’s zijn gericht op communicatie tussen verschillende softwarecomponenten, terwijl SDK’s gericht zijn op het bieden van een complete set tools voor het ontwikkelen van software voor een specifiek platform of toepassing.

Een SDK kan meerdere API’s bevatten, evenals andere tools voor ontwikkeling en testen. Een API is als een interface voor het communiceren met een softwarecomponent, terwijl een SDK een complete toolkit is voor het bouwen van software rond die componenten.

Wat is een REST API en wat is SOAP?

REST API

Een REST API (Representational State Transfer Application Programming Interface) is een type API (Application Programming Interface) dat gebruikmaakt van HTTP-verzoeken om toegang te krijgen tot en gebruik te maken van data. Het is een architecturale stijl voor het ontwerpen van netwerktoepassingen. REST API’s worden veel gebruikt voor webdiensten en bieden een hoge mate van flexibiliteit en schaalbaarheid. Hier zijn enkele kernpunten over REST API’s:

  1. Resource-Based: In REST API’s worden data en functionaliteit beschouwd als “resources” en worden ze toegankelijk gemaakt via URL’s (Uniform Resource Locators). Elke resource wordt uniek geïdentificeerd door zijn URL.
  2. Stateless Operations: REST is stateless, wat betekent dat de server geen clientcontext tussen verzoeken opslaat. Elke aanvraag van een client naar een server moet alle informatie bevatten die nodig is om de aanvraag te begrijpen en te verwerken.
  3. Gebruik van HTTP-methoden: REST API’s gebruiken standaard HTTP-methoden zoals GET, POST, PUT, DELETE en PATCH.
    • GET wordt gebruikt om een resource op te halen.
    • POST wordt gebruikt om een nieuwe resource te creëren.
    • PUT en PATCH worden gebruikt om een bestaande resource bij te werken (PATCH wordt vaak gebruikt voor gedeeltelijke updates).
    • DELETE wordt gebruikt om een resource te verwijderen.
  4. Formaten voor Data-uitwisseling: REST API’s ondersteunen meerdere formaten voor data-uitwisseling, maar JSON (JavaScript Object Notation) is het meest gebruikelijk vanwege zijn eenvoud en leesbaarheid.
  5. Stateless Authentication: REST API’s gebruiken vaak tokens voor authenticatie, waardoor elke aanvraag zelfstandig en stateless is.
  6. Schaalbaarheid en Performance: Door de stateless aard van REST is het gemakkelijker om API’s te schalen en te optimaliseren voor prestaties.

REST API’s worden breed toegepast in moderne webapplicaties, mobiele applicaties en IoT (Internet of Things) toepassingen vanwege hun eenvoud, schaalbaarheid en flexibiliteit. Ze vormen een cruciaal onderdeel van veel cloudgebaseerde diensten en microservices-architecturen.

Wat is SOAP en hoe verschil het van REST?

SOAP (Simple Object Access Protocol) is een protocol voor het uitwisselen van gestructureerde informatie in de implementatie van webdiensten in computernetwerken. Het maakt gebruik van XML (Extensible Markup Language) voor zijn berichtformaat en is afhankelijk van andere applicatielaagprotocollen, meestal HTTP of SMTP, voor berichtoverdracht. SOAP is ontworpen om te werken met complexe operaties en biedt een hoge mate van standaardisatie.

Hier zijn enkele belangrijke verschillen tussen SOAP en REST:

  1. Protocol vs. Architectuurstijl:
    • SOAP: Een protocol met strikte regels en geavanceerde beveiligingsfuncties. Het definieert een specifieke set van regels om berichten te structureren en te verzenden.
    • REST: Een architectuurstijl die gebruik maakt van bestaande protocollen, voornamelijk HTTP. REST is flexibeler en kan verschillende formaten zoals JSON, XML, HTML, enz. gebruiken.
  2. Dataformaat:
    • SOAP: Gebruikt alleen XML voor het verzenden van data.
    • REST: Ondersteunt meerdere formaten, maar JSON is het meest populair vanwege zijn lichtheid en snelheid.
  3. Beveiliging:
    • SOAP: Biedt ingebouwde standaardisatie voor beveiliging via WS-Security, wat het een veilige keuze maakt voor webdiensten die gevoelige informatie overdragen.
    • REST: Vertrouwt op HTTPS voor beveiliging en heeft geen ingebouwde beveiligingsstandaarden, wat het eenvoudiger maar potentieel minder veilig maakt dan SOAP.
  4. Performance:
    • SOAP: Kan trager zijn vanwege zijn uitgebreide gebruik van XML, wat meer overhead met zich meebrengt.
    • REST: Is over het algemeen sneller en efficiënter door het gebruik van lichtere formaten zoals JSON en minder overhead.
  5. Staatloosheid:
    • SOAP: Ondersteunt zowel staatloze als staatvolle operaties.
    • REST: Is strikt staatloos, wat betekent dat elke aanvraag onafhankelijk is en geen clientcontext op de server opslaat.
  6. Complexiteit en Gebruiksgemak:
    • SOAP: Is complexer en vereist een grotere leercurve. Het is geschikt voor scenario’s waarin een hoge mate van formaliteit en standaardisatie vereist is.
    • REST: Is eenvoudiger te gebruiken en te implementeren, wat het populair maakt voor web-API’s, vooral voor openbare API’s en mobiele diensten.

In de praktijk wordt SOAP vaak gebruikt in enterprise-omgevingen en situaties waarin volledige standaardisatie en beveiliging vereist zijn, zoals in financiële diensten en telecommunicatie. REST daarentegen wordt veel gebruikt voor web- en mobiele applicaties vanwege zijn eenvoud, flexibiliteit en snelheid.

Hoe verschilt JSON van XML?

Uitwisseling van gegevens

JSON (JavaScript Object Notation) en XML (Extensible Markup Language) zijn beide formaten die worden gebruikt voor het opslaan en uitwisselen van gegevens. Hoewel ze vergelijkbare doelen dienen, verschillen ze aanzienlijk in hun structuur en gebruik.

JSON:

JSON is een lichtgewicht data-uitwisselingsformaat. Het is gebaseerd op de JavaScript-taal, maar is taalonafhankelijk en wordt veel gebruikt in vele programmeertalen.

JSON is gemakkelijk leesbaar voor zowel mensen als machines. Het gebruikt een kaartachtige structuur met sleutel-waardeparen. JSON ondersteunt arrays en geneste objecten, wat het flexibel maakt. Het gebruikt accolades {} voor objecten en vierkante haken [] voor arrays.

JSON ondersteunt verschillende datatypes, waaronder strings, numbers, booleans (true/false), arrays, en objects.

JSON wordt veel gebruikt in webapplicaties, vooral voor AJAX-verzoeken (AJAX staat voor Asynchronous JavaScript And XML, een technologie om websites sneller te laten reageren) en RESTful API’s. Het is de standaard voor het verzenden van gegevens tussen een server en een webapplicatie.

XML:

XML is een meer uitgebreid data-uitwisselingsformaat. Het is ontworpen om zowel menselijk als machine-leesbaar te zijn en is zeer aanpasbaar.

XML is leesbaar, maar kan complexer zijn dan JSON door zijn uitgebreide structuur. XML-gegevens worden gestructureerd in een hiërarchische boomstructuur met elementen, attributen en tekst. Het gebruikt tags (bijvoorbeeld <tag>waarde</tag>) om elementen te definiëren.

XML heeft geen ingebouwde ondersteuning voor datatypes. Alles wordt behandeld als een string, en het is aan de ontwikkelaar om de juiste interpretatie te geven.

XML wordt gebruikt in veel verschillende toepassingen, waaronder webdiensten (zoals SOAP), documentopmaak (zoals XHTML) en configuratiebestanden.

Belangrijkste Verschillen:

JSON is eenvoudiger en compacter dan XML, wat leidt tot snellere parsing en minder overhead.

JSON ondersteunt expliciet verschillende datatypes; XML behandelt alles als een string. JSON gebruikt daarbij een kaartachtige structuur, terwijl XML een boomstructuur gebruikt.

JSON wordt over het algemeen als meer leesbaar beschouwd, vooral voor ontwikkelaars die bekend zijn met JavaScript.

XML vereist een XML-parser om te lezen, terwijl JSON direct kan worden verwerkt door JavaScript en vele andere programmeertalen.

Kortom, JSON wordt vaak gekozen voor webtoepassingen vanwege zijn eenvoud en snelheid, terwijl XML de voorkeur heeft in complexere toepassingen waar uitgebreide aanpassing en structuur nodig zijn.

Geplaatst in Berichten en getagd met , , , , , , , .