Suprema heeft zijn portfolio op het gebied van toegangscontrole uitgebreid met de introductie van de CoreStation 20 en de DI-24 Door Interface Module. Deze toevoegingen spelen in op de groeiende vraag naar schaalbare, centraal aangestuurde systemen die ook in middelgrote toepassingen kostenefficiënt en veilig inzetbaar zijn.
Gericht op toegangspassen en mobile access
De nieuwe CoreStation 20 is ontwikkeld als compacte access controller voor twee deuren. In tegenstelling tot de grotere CoreStation 40, is deze unit geoptimaliseerd voor installaties zonder biometrie. Organisaties die werken met RFID-kaarten, PIN-codes of mobiele toegang profiteren hiermee van de betrouwbaarheid en beveiligingsarchitectuur van Suprema, zonder onnodige kosten of complexiteit.
Belangrijke eigenschappen van de CoreStation 20 zijn:
- Ondersteuning voor tot 500.000 gebruikers
- AES-128 versleutelde communicatie
- Ingebouwde logica voor stand-alone werking
- PoE+ voeding voor eenvoudige installatie
Door de ondersteuning van het BioStar 2 platform is integratie met bestaande Suprema-oplossingen gegarandeerd, inclusief centrale gebruikersbeheer, logging, alarmkoppelingen en remote updates.
Flexibele uitbreiding met DI-24 modules
In combinatie met de eveneens nieuw geïntroduceerde DI-24 module ontstaat een schaalbaar systeem dat eenvoudig meegroeit met de behoeften van het project. De DI-24 is een compacte deurinterface die via RS-485 wordt gekoppeld aan de CoreStation. Elke module stuurt twee deuren aan en ondersteunt vier lezers: twee via RS-485, twee via Wiegand.
De DI-24 beschikt over:
- Lokale beslissingslogica voor offline werking
- Vier input-kanalen en twee relais-uitgangen
- Ondersteuning voor bestaande bekabeling en infrastructuur
- DIN-rail montage voor nette integratie in technische ruimten
Tot 34 DI-24 modules kunnen aan een enkele CoreStation 20 worden gekoppeld, waarmee een maximale configuratie van 68 deuren en 136 lezers bereikt kan worden. Dat maakt deze combinatie bijzonder geschikt voor middelgrote gebouwen, verdiepingsgewijze implementaties en gefaseerde uitbreidingen.
Verschillen met de CoreStation 40
De keuze tussen CoreStation 20 en CoreStation 40 hangt sterk af van de functionele behoefte. Waar de CS-40 is ontworpen met biometrische authenticatie in gedachten – bijvoorbeeld vingerafdruk- of gezichtsherkenning – is de CS-20 gericht op eenvoud en badge-only scenario’s. Dit maakt het model aantrekkelijk voor onder meer kantoren, scholen, distributiecentra en retailomgevingen waar centrale controle gewenst is, maar biometrie geen vereiste vormt.
Beide controllers maken gebruik van dezelfde BioStar 2 architectuur en kunnen dus probleemloos naast elkaar functioneren binnen één overkoepelend systeem. Hierdoor is het mogelijk om binnen één project locaties met en zonder biometrie consistent te beheren, zonder concessies aan beheergemak of veiligheid.
Systeemarchitectuur en toepassing
De opbouw van het systeem is modulair en afgestemd op een brede variëteit aan toepassingen. De CoreStation 20 wordt geplaatst als centrale ACU en verbindt via een RS-485 bus met één of meerdere DI-24 modules. Elke module voorziet lokaal in de volledige deurlogica, inclusief deuropener, deurcontact, REX-knop en lezersturing.
Deze aanpak biedt:
- Een duidelijke scheiding tussen intelligente controller en fysieke deurinterfaces
- Hoge betrouwbaarheid dankzij offline werkende modules
- Lagere bekabelings- en installatiekosten door gebruik van seriële communicatie
- Volledige controle over gebruikers en rechten via het centrale beheerplatform
Organisaties die kiezen voor deze opzet profiteren van een toekomstvaste infrastructuur waarin uitbreiding eenvoudig is, beheer centraal blijft en de beveiliging van communicatie en toegangsniveaus voldoet aan moderne eisen.